11 januari 2017
Zuid-Afrika 2016-2017
Wat hebben we het fijn gehad in onze huisjes rondom het zwembad. Hier hadden we nog wel een paar dagen willen blijven, maar wie wat wil zien moet ook weer verder. Na het ontbijtje gingen we om 8.00 uur weer de bus in. Ze zeggen wel eens dat Zuid Afrika de wereld in één land is en dat is waar. We reden eerst door schilderachtige dorpjes langs de prachtige kust. Hier lijkt het wel Cape Cod in Amerika. Een stuk verderop reden we de bergen in en hadden we het gevoel in Oostenrijk te zijn om een weer een stuk verder in een dor, heet en droog woestijnlandschap terecht te komen.
Hier stonden allemaal struisvogels langs de weg en ook wij gingen op bezoek bij een struisvogelfarm. Eerst maakten we met de bus een rondrit over het grote terrein. We stapten uit bij een groepje jonge struisvogeltjes die verzorgd worden door hun pleegouder-stuisvogels. Toen we uit de bus stapten merkten we pas hoe heet het hier was. Er stond op het terrein ook een prachtig oud Nederlands huis. In het broedcentrum zagen we op een webcam hoe een aantal struisvogeltjes uit hun ei probeerden te kruipen en onder een warmtelamp lag een kuiken te drogen.
Een stuk verderop mochten we eieren vasthouden en er op gaan staan. Struisvogeleieren zijn ontzettend sterk. We mochten ook wat struisvogels aaien en voeren. Wel vanaf een grote lepel. Doodeng, wat zijn die beesten sterk en ze hebben enorme klauwen waarmee ze je aan kunnen vallen. Gelukkig stonden ze achter een hek.
We stapten weer in de bus en reden naar de Cango grotten. Dit is een vier kilometer lang grottenstelsel waarvan wij 500 meter bezocht hebben. We begonnen in een enorme kamer met prachtige druipstenen stalagmieten en stalagtieten. Er was verlichting op de grond en de gids deed heel even alle lichten uit. Onvoorstelbaar dat ze deze grotten vroeger met olielampjes en kaarsen hebben ontdekt. Daarna deed ze een tijdje het grote licht aan en konden we de grot pas goed zien. Echt heel erg mooi.
Het grote licht ging weer uit en we liepen naar kamer nummer twee en nummer drie. Allemaal even prachtig. Het was niet koud in de grot, zelfs wel even lekker met de enorme hitte buiten, maar wel heel erg vochtig. Na iets meer dan een uur liepen we dezelfde weg weer terug naar buiten.
We reden naar de Swartbergen en hier gingen we eerst lunchen bij Kobus se Gat (gat zoals in plaats). Het was al twee uur en we hadden enorme trek.
In een mooie houten hut met rieten dak mochten we aan grote tafels gaan zitten en kregen we ontzettend lekker eten. Onder andere struisvogelspiezen, pompoenkoekjes en allerlei salades.
Na het eten stapten we in twee busjes en reden we de Swartberg Pass op. Wat een mooi uitzicht weer. Onderweg zagen we een groep bavianen. Bovenop de pas stapten we uit voor weer een geweldig uitzicht. Daarna reden we een stukje terug en daar mochen we weer uitstappen om zelf een stuk naar beneden te wandelen. Heerlijk om weer even de benen te strekken en wat een uitzichten weer. Het was inmiddels rond de 35 graden, maar toch was het goed te doen. Het laatste stukje gingen we weer met de busjes terug naar Kobus se Gat.
Drie kwartier verderop reden we naar Oudtshoorn. Wat een leuk plaatsje. We sliepen hier in het Turnberry Boutique Hotel en wat een verassing. Erik en Anne kegen hier de presidentiele suite. Een kamer nog groter dan onze woonkamer. Compleet met jaccuzi en alles er op en er aan.
We dronken een lekker drankje bij het café bij het zwembad en na een lekkere verfrissende douche liepen we naar het centrum. Hier stonden de meest prachtige oude huizen. We keken even binnen bij een winkeltje met Afrikaanse kunst en hier kregen we de tip om te gaan eten bij een Italiaans restaurantje in een zijstraatje van de hoofdstraat. Wat een goede tip, dit hadden we zelf nooit gevonden en wat een lekker eten. Na nog een lekker toetje liepen we weer terug naar het hotel. Morgen weer op tijd op voor een lange, lange rijdag.